Bij een WBSO-aanvraag berekent subsidieverstrekker RVO uw voordeel over zowel de loonkosten als de niet-loonkosten. Bij de niet-loonkosten kiest u voor het forfait òf de werkelijke kosten en uitgaven. In dit artikel geven we een toelichting op hoe u de werkelijke kosten en uitgaven het beste toepast.
WBSO-kosten zijn alle betaalde kosten (binnen een fiscale eenheid) die in het kalenderjaar direct en uitsluitend toerekenbaar zijn aan uw eigen S&O-werkzaamheden. De kosten moeten een duidelijk verband hebben met de uitgevoerde S&O-werkzaamheden. Denk bijvoorbeeld aan kosten binnen de fasen van een typisch WBSO-project: ontwerp, ontwikkeling en testen. Bij kosten is de ‘gebruiksdatum’ bepalend. Wanneer u bepaalde grondstoffen voor testen inkoopt, bepaalt de datum van het testen wanneer u deze kosten mag opvoeren. Praktisch gezien kunt u de factuurdatum hierbij aanhouden tenzij bepaalde inkopen lang ‘op de plank’ blijven liggen. Bij een jaargrens is het advies dat u goed kijkt naar de juiste datum, zodat de kosten in het juiste kalenderjaar worden verantwoord.
Voorbeelden van WBSO-kosten die in aanmerking komen, zijn:
Kosten die niet in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld kosten voor algemeen inzetbare ICT-middelen, afschrijvingskosten, kosten voor opleidingen en trainingen en overheadkosten.
Bij WBSO-uitgaven gaat het om investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen (goederen die u voor het drijven van een onderneming gebruikt). Meestal activeert u deze bedrijfsmiddelen op de balans, maar voor de WBSO is dit geen vereiste! Belangrijk voor een goede beoordeling of een bedrijfsmiddel kwalificeert als ‘uitgave’ is of het gebruik ervan een duurzaam karakter heeft. De uitgave komt in aanmerking in het kalenderjaar waarin u deze in gebruik neemt. Een groot verschil tussen kosten en uitgaven is dat het bij een uitgave ook toegestaan is om een deel van de investering toe te wijzen aan S&O-werkzaamheden. De toerekening moet dan wel administratief onderbouwd kunnen worden.
Voorbeelden van uitgaven die in aanmerking komen, zijn:
De volgende uitgaven zijn uitgesloten:
Wanneer u externe kosten opvoert binnen uw WBSO-aanvraag zijn er verschillende varianten denkbaar:
Wanneer u kiest voor het opvoeren van de werkelijke kosten en uitgaven in uw WBSO-aanvraag, moet u hiervan een administratie bijhouden. De subsidieverstrekker moet hieruit op eenvoudige en duidelijke wijze kunnen afleiden welke kosten en uitgaven u heeft gemaakt en betaald voor het S&O-werk waarvoor u de beschikking heeft ontvangen. Het gaat erom dat u per S&O-project inzicht geeft in de kosten en uitgaven en de daaraan verbonden betalingen. De administratie bestaat uit verschillende documenten zoals een overzicht van de gemaakte kosten en uitgaven per S&O-project, facturen en betaalbewijzen van de kosten en uitgaven of offertes en opdrachtbevestigingen. Alleen aangevraagde en toegekende kostensoorten komen in aanmerking.
Heeft u een vraag over de werkelijke kosten en uitgaven of een andere WBSO-vraag? Wij helpen u graag verder met een succesvolle WBSO-aanvraag. Neem contact op met de WBSO-experts van PNO. Bel 088-838 13 81 of stuur een bericht:
09/07/2025
02/07/2025
25/06/2025
Ontdek hoe onze specialisten jouw innovatie verder brengen.
Ik ga akkoord met de privacyverklaring
* Verplichte velden
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Denk aan het milieu voordat je gaat printen
Printen