Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de tijdelijke subsidieregeling Luchtvaart in Transitie (LiT) gepubliceerd. Het doel van deze nieuwe regeling is om vanuit de luchtvaart een bijdrage te leveren aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Door onder meer het versnellen van innovaties voor toepassing van waterstof als energiedrager en het wegnemen van knelpunten zoals grote risicovolle schaalsprongen in de technologie.
Het LiT- programma is een project in het kader van het Nationaal Groeifonds. Het draagt economisch bij aan het versterken van de positie van de Nederlandse luchtvaartsector in de transitie naar duurzame luchtvaart. De LiT-subsidie is specifiek gericht op het:
De regeling streeft naar het versnellen van de realisatie van de doelstellingen rond verduurzaming van de luchtvaart. Deze doelstellingen zijn vastgelegd in de luchtvaartklimaatdoelstellingen voor 2030 en klimaatneutraal vliegen in 2050.
De LiT-subsidie staat open (mkb-)ondernemers, onderzoeks- en kennisinstellingen afhankelijk van het soort project.
De regeling bestaat uit twee stimuleringsmodules:
De module OO richt zich vooral op de ontwikkeling van (technologie voor) schone vliegtuigen. De doelstelling van de module is de ontwikkeling van de kennisbasis die nodig is om ook na afloop van het project LiT door te kunnen gaan met de verduurzaming van de luchtvaart en de transitie naar waterstof vliegen. Binnen de module OO wordt technologie ontwikkeld waarvan de kennisinstituten verwachten dat hiernaar in de toekomst vraag gaat ontstaan. De kennisvragen hebben betrekking op de kennisgebieden ’slimme structuurdelen’ en ‘mogelijk maken van vliegen op waterstof’:
De module VIM is gericht op het versterken van het innovatief vermogen van het mkb dat actief is in de luchtvaartsector. Er zijn hiervoor drie instrumenten:
Om gebruik te maken van VIM-module moeten activiteiten gericht zijn op industrieel en/of fundamen[1]teel onderzoek naar: nieuwe aandrijflijnen; elektrisch-thermische huishouding; nieuwe ontwerpconcepten en -materialen; ultra-efficiënte structurele componenten; kosteneffectieve fabricagetechnologieën voor nieuwe vliegtuigconfiguraties na 2030.
Aanvragers dienen gedurende bepaalde aanvraagrondes een aanvraag in bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO):
Er zijn twee aanvraagrondes:
De subsidie bedraagt maximaal:
Onderzoeksprojecten hebben een minimum omvang van 125.000 euro en een maximum van 1,25 miljoen euro met een projectduur van maximaal vijf jaar. RVO kent subsidie toe op volgorde van rangschikking van de aanvragen. Dat wil zeggen dat de beste projecten subsidie krijgen. Projecten scoren hoger wanneer ze bijvoorbeeld meer bijdragen aan de doelstellingen van de subsidie en die van Project Luchtvaart in Transitie en hun bijdrage aan de Nederlandse economie groter is.
Er zijn zes aanvraagrondes voor drie instrumenten:
RVO beoordeelt de vouchers en haalbaarheidsprojecten op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. First come, first serve! De R&D-samenwerkingsprojecten worden beoordeeld volgens het tender-principe. Dat wil zeggen dat de beste projecten subsidie krijgen. Projecten scoren hoger wanneer er bijvoorbeeld meer technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaand product, proces, of dienst wordt verwacht en de kwaliteit van de R&D samenwerking hoger is.
Heeft u een idee voor een nieuw product, proces of een nieuwe dienst voor een schonere luchtvaart? De experts van PNO helpen u graag bij het uitwerken van uw plannen tot een optimale subsidieaanvraag. Ze zijn daarin zeer succesvol. Geïnteresseerd? Bel 088-838 13 81 of stuur een bericht: .
24/07/2025
09/07/2025
Ontdek hoe onze specialisten jouw innovatie verder brengen.
Ik ga akkoord met de privacyverklaring
* Verplichte velden
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Denk aan het milieu voordat je gaat printen
Printen