De Hoge Raad deed afgelopen week een belangrijke uitspraak over ‘Slapende Dienstverbanden’, en de verplichting die een goed werkgever heeft om mee te werken aan de beëindiging ervan.
Bij een ‘slapend dienstverband’ gaat het om werknemers die langdurig arbeidsongeschikt zijn geraakt. Zij zitten thuis en ontvangen geen loon meer (ze worden betaald door UWV). Veel werkgevers kiezen ervoor om deze werknemers toch in een ‘slapend dienstverband’ te houden. De reden: bij ontslag is de werkgever verplicht tot het betalen van een ontslagvergoeding, sinds 1 juli 2015 ’transitievergoeding’ genoemd. Een werknemer heeft wettelijk recht op zo’n vergoeding als hij ontslagen wordt na een dienstverband van twee jaar of langer. Vanaf 1 januari 2020 vervalt die eis van een tweejarig dienstverband zelfs.
Via een slapend dienstverband voorkomt de werkgever dus dat hij de werknemer een transitievergoeding moet betalen. De vraag is echter: is dat wel goed werkgeverschap? Steeds vaker klonken er kritische geluiden over de slapende dienstverbanden, vooral als de werkgever daar enkel voor kiest vanuit financiële overwegingen.
Critici van de slapende dienstverbanden kregen steeds meer bijval. Belangrijke factor was de publicatie van de Regeling compensatie transitievergoeding in februari 2019. Op basis van die subsidieregeling kunnen werkgevers namelijk compensatie aanvragen voor betaalde transitievergoedingen. De subsidie kan worden aangevraagd vanaf 1 april 2020 en biedt werkgevers de mogelijkheid om ook transitievergoedingen die in het verleden zijn uitbetaald gecompenseerd te krijgen (voor dienstverbanden die zijn beëindigd vanaf 1 juli 2015).
Ook met het oog op die compensatie voor transitievergoedingen is een werkgever in beginsel verplicht om op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer een slapend dienstverband te beëindigen. Dit stelde Advocaat-Generaal De Bock in zijn advies van 18 september aan de Hoge Raad. Onlangs bevestigde de Hoge Raad dat, in een prejudiciële beslissing van 8 november.
De uitspraak van de Hoge Raad komt kort neer op het volgende:
Het is goed mogelijk dat het recente oordeel van de Hoge Raad zal zorgen voor veel nieuwe rechtszaken, van werknemers die beëindiging vragen van hun slapende dienstverbanden. Voor werkgevers betekent dat extra kosten vanwege het moeten uitbetalen van transitievergoedingen. Vanaf 1 april 2020 kunnen zij daarvoor compensatie aanvragen.
Het is raadzaam om al voor die tijd te laten controleren of de transitievergoedingen (betaald na 1 juli 2015) in aanmerking komen voor de compensatieregeling. Werkgevers kunnen daarvoor contact met ons opnemen. Bel 088-838 13 81 of stuur een bericht via onderstaand formulier:
20/08/2025
18/08/2025
Ontdek hoe onze specialisten jouw innovatie verder brengen.
Ik ga akkoord met de privacyverklaring
* Verplichte velden
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Denk aan het milieu voordat je gaat printen
Printen